maandag 22 februari 2010

de bus

de bus

de plek waar mensen elkaar het liefst ontwijken
en elkaar niet in de ogen durven kijken.
Ik stap in en heb geen idee
hoeveel mensen mij al voor zijn gegaan vandaag.
Ik zeg de chauffeur netjes gedag,
iets waar de meesten zich te hooghartig voor voelen.
Ik ben de eerste en heb de stoelen voor het uitzoeken,
de derde stoel rechts lijkt me wel wat en ik ga zitten.
Duizenden mensen hebben waarschijnlijk al op de plek gezeten,
mensen met elk hun eigen verhaal en eigen gedachten.

Een paar haltes verder,
de bus zit goed vol.
Naast mij is een plek vrij,
ook bij andere bankjes is nog een plekje over.
De nieuwe gezichten die de bus inkomen kijken schichtig om zich heen,
en besluiten te gaan staan in het midden van de bus.
bang voor de ander of bang voor zichzelf wie zal het zeggen,
tenzij ze liever staan, zelfs als ze rond de 70 en grijs zijn.

Achter mij zet een jongen muziek aan,
het klinkt al een opstijgend vliegtuig, zo schel.
Ik draai me om en vraag hem vriendelijk zijn overlast te staken,
ik krijg een een verbaasd gezicht en een grote mond cadeau.
als ik alles zou krijgen wat hij me toewenst is mijn geen lang leven meer beschoren,
ik reageer er niet op en draai me om waarna de jongen toch maar zijn muziek uitzet.

De bus,
een maatschappij in het klein.


groetjes van de broer van het goudgelokte lentekind

Geen opmerkingen:

Een reactie posten